VVD: "Rapporten Universiteit Antwerpen"

Gepubliceerd op: 15 juni 2021 14:06

De fractie van de VVD heeft op 15 juni vragen gesteld over 'Rapporten Universiteit Antwerpen'.

"Afgelopen week zijn er in de media artikelen gepubliceerd naar aanleiding van een Wob verzoek van FDF Drenthe om de, in opdracht van provincie Drenthe, uitgevoerde onderzoeken van de Universiteit van Antwerpen, uit 2010, 2014 en 2018 openbaar te maken.

De VVD fractie heeft de rapporten '013 R 167 (2010)' , 'Ecobe 015 R183 (2014)' en het rapport 'Afstemming van meetgegevens voor grondwater, bodem en vegetatie van de provincie Drenthe (maart 2018)' van de Universiteit Antwerpen gelezen en heeft hier de volgende vragen over.

  • Is het college bekend met de publicaties in media en met de genoemde rapporten?
  • Wat is de reden dat de rapporten nooit openbaar zijn geworden en niet zijn gedeeld met de Staten?

Aanbevelingen voor implementatie uit Rapport van Universiteit Antwerpen (2018)
Op basis van de analyse van de bestaande meetnetten en de voorgestelde integratieslag van de meetnetten komen we tot de volgende aanbevelingen:
• Op korte termijn een database op te zetten en te vullen waarin de metadata worden opgeslagen en beheerd. Voor meer specifieke aanbevelingen wordt verwezen naar
paragraaf 4.4.
• Op korte termijn databases opzetten voor opslag van meetgegevens. Voor meer specifieke aanbevelingen wordt verwezen naar paragraaf 4.4. De provincie is hiermee
al bezig.
• Op korte termijn in detail protocollen aanvullen voor nieuwe variabelen met betrekking tot veldopname, monstername, voorbehandeling en conserveren van monsters en
laboratorium-analysen van monsters. Deze aanvulling sluit aan op reeds bestaande protocollen die worden toegepast (Platform meetnetbeheerders bodem- en
grondwaterkwaliteit 2008). Zulke protocollen dragen bij aan betere kwaliteit van de te verzamelen gegevens en maken uitbesteding van monitoring makkelijker.
• Op korte termijn in detail protocollen uitwerken c.q. updaten voor validatie en opslag van metadata en meetgegevens.
• Op korte termijn bestaande data die verspreid zijn over meerdere files samenvoegen in databases voor opslag van gegevens.
• In de loop van 2018 aan het LMF meetpunten toekennen aan onderbedeelde habitattypen (zie paragraaf 3.3.2) ten einde streefaantallen per habitattype voor het
Provinciaal Meetnet Abiotiek Natuur (PMAN) te realiseren. De metadata gegevens moeten hiervoor worden geupdate.
• Nieuwe meetpunten voor vegetatie-opnamen installeren voor locaties waarvoor dit in het metadatabestand van het geïntegreerde meetnet wordt aangegeven. Dit betreft
een aantal meetpunten die voor habitattype zijn onderbedeeld, overgenomen meetpunten van het Meetnet Verzuring (MVZ) en overgenomen meetpunten van het
Meetnet bodemkwaliteit Drentsche Aa & Elperstroom (MDA) met ligging in het Natuurnetwerk Nederland.
• Nieuwe meetpunten het Provinciale Meetnet Bodemkwaliteit Landbouw (PMAL) spoedig exact te selecteren en af te stemmen met grondgebruikers. De eerst volgende
meetronde vindt reeds in 2018 plaats.
• Er wordt daarom aangeraden om op meetlocaties van het Provinciale Meetnet Bodemkwaliteit Landbouw (PMAL) in eerst volgende meetronden voor bodemchemie
het bodemprofiel te beschrijven en dan te evalueren hoe de stratificatie voor bodemtype in de actuele situatie uitpakt.
• Op afzienbare termijn (3-5 jaar) een analyse uitvoeren van op de beschikbare vegetatiegegevens en abiotische metingen ten einde integraal de toestand ver-thema's
te analyseren in het N2000 netwerk en het Natuurnetwerk Nederland binnen de provincie Drenthe. Tot op heden is deze analyse gefragmenteerd uitgevoerd en de
forse investering die is gedaan in het verzamelen van gegevens rechtvaardigt een grondige analyse. De resultaten zullen van belang zijn voor diverse beleidsvelden en
daarbij belangrijke input geven aan invulling van het natuur- en milieubeleid.

  • Wat is gedaan met de aanbevelingen van het Rapport van universiteit van Antwerpen uit 2018?
  • De laatste zin van de aanbevelingen: ''De resultaten zullen van belang zijn voor diverse beleidsvelden en daarbij belangrijke input geven aan invulling van het natuur- en milieubeleid". Is het college het met de VVD fractie eens dat deze aanbeveling van groot belang is voor de gebiedsgerichte aanpak waar de provincie Drenthe op dit moment mee bezig is?
  • Is het college het eens met de conclusie van stichting Agrifacts dat: Uit metingen in 286 Drentse natuurbodems blijkt dat de hoeveelheid stikstof die de natuur zelf vastlegt, de stikstofdepositie vele malen overtreft? En zo nee, waarom niet?
  • Deelt het college de conclusie van Agrifacts dat het nemen van bronmaatregelen om de depositie te verlagen geen enkele zin heeft? Zo nee waarom niet?
  • Zouden de uitkomsten van de metingen niet nader bestudeerd en geanalyseerd moeten worden om het provinciale stikstof- en natuurbeleid hier op aan te passen?


Johan Moes VVD fractie"