Op 12 november heeft de fractie van de VVD vragen gesteld over Natura 2000 en de stikstofproblematiek.
"In Drenthe hebben we veel natuur en daar zijn wij trots op. Toch roepen alle aanwijzigingen van natura 2000 gebieden uit het verleden ook de nodige vragen op voor de VVD fractie. We hebben daarom de volgende vragen voor het college.
- Bent u bekend met het artikel "Politieke agenda zit oplossing stikstof dwars"?
- Zijn er in Drenthe in bepaalde N2000 gebieden habitattypen (in dit geval van het artikel het voorbeeld van het Norgerholt) met een goede natuurkwaliteit niet geselecteerd zijn en in gebieden met een slechtere natuurkwaliteit wel? Zo ja, hoe beoordeelt u het feit dat niet de beste selectie van bepaalde habitattypen wordt gemaakt?
- Klopt het dat in sommige Drentse N2000 gebieden de te beschermen habitattypen en/of specifieke soorten helemaal niet voorkwamen?
- Kunt u voor de Drentse N2000 gebieden, per gebied aangeven welke habitattypen en/of soorten op de aanmeldingslijst zijn gezet op grond van het aanwijzingsbesluit voortvloeiend uit de Vogel- en Habitatrichtlijn? Kunt u hierbij ook aangeven of dit noodzakelijk was vanuit de Europese regelgeving? En kunt u daarbij de ecologische onderbouwing van de aanmelding en de ecologische onderbouwing van de ontwikkeling van het gebied in de afgelopen jaren delen?
- Is het juist dat de aanmelding van Natura 2000-gebieden niet (altijd) op basis van wetenschappelijke gegevens plaatsvindt/vond? Zo ja, wat is dan de basis geweest voor het aanwijzen van deze gebieden?
- Hoe beoordeelt u het feit dat wordt gesuggereerd dat gebieden aangewezen zijn op oneigenlijke gronden?
- Staat de Vogel- en Habitatrichtlijn toe om de aanwijzing van soorten tussen gebieden te verschuiven? Zo nee, op basis van welke juridische grondslag (met verwijzing naar artikel in de Vogel-en Habitatrichtlijn) is dit niet mogelijk?
- Klopt het dat er in veel gevallen bij Natura 2000-gebieden nog ambities na de aanwijzing zijn toegevoegd door terreinbeherende organisaties? Zo ja, kunt u van alle gebieden een overzicht geven van de ambities die na de aanwijzing zijn toegevoegd?
- Welke gevolgen heeft het toevoegen van habitats voor de ontwikkelingsmogelijkheden in en rondom deze Natura 2000-gebieden?
- Klopt het dat doelstellingen die na de aanwijzing zijn toegevoegd en niet voortvloeien uit de Europese regelgeving van de Vogel- en Habitatrichtlijn vrij eenvoudig geschrapt kunnen worden zonder hiervoor in Brussel aan te hoeven kloppen? Hoe verloopt zo'n besluitvorming?
- Hoe beoordeelt u de uitspraak over het toepassingsbereik van de passende beoordeling door het Europees Hof van Justitie, die het toetsingskader beperkt tot de habitattypen en soorten waarvoor de gebieden zijn geselecteerd?
- Klopt het dat op basis van de gegevens over de ontwikkeling van de natuurkwaliteit in de Natura 2000-gebieden de conclusie kan worden getrokken dat de natuurkwaliteit netto in alle gebieden samen beter is geworden? Kunt u ter onderbouwing een overzicht verschaffen per gebied en per stikstofgevoelig habitattype?
- Zijn er aan Drentse Natura 2000-gebieden extra habitattypen toegevoegd ten opzichte van de oorspronkelijke aanmeldingsgronden? Zo ja, kunt u aangeven waarom, wanneer en op basis van welke wettelijke gronden deze habitattypen nog zijn toegevoegd? Zo nee, kunt u een onderbouwing geven dat dit niet het geval is?
- Met het opstellen van de beheersplannen voor Natura 2000 gebieden heeft het het college van GS gesteld dat het beweiden en bemesten van landbouwgronden bestaand beleid was. Is het college het met ons eens dat beweiden en bemesten van landbouwgronden ook nu na de uitspraak van RvS onder bestaand beleid hoort te vallen? Zo nee, kunt u een onderbouwing geven dat dit niet het geval is?
Namens de VVD fractie
Johan Moes"