Op 17 april hebben de fracties van Partij voor de Dieren en LijstPormes vragen gesteld over de afbouw van derogatie.
"'Mestoverschotten, een potentiële bron van milieu verontreiniging'. Het is de titel van een rapport uit 1970. Meer dan vijftig jaar geleden zagen onderzoekers en ambtenaren op het ministerie van Landbouw de problemen al opdoemen. Dankzij de import van voer kon de veestapel bijna onbelemmerd groeien. Alleen: wat gebeurde er met de stront die al die dieren produceren? Mest is onmisbaar voor de vruchtbaarheid van het land, maar wanneer er – via de uitwerpselen – te veel fosfaat en stikstof in de bodem belandt, raakt het grond- en oppervlaktewater vervuild. 'Dat is precies waar we nu mee kampen. Er is gewaarschuwd', zei een van de ambtenaren in 1990 in NRC Handelsblad. In de afgelopen 34 jaar is er weinig mee gedaan, lijkt het. Wel met succes is in 2006 een verruiming of derogatie van de hoeveelheid dierlijke mest die op het land uitgereden mag worden. Na 16 jaar van verruiming heeft de EU op 22 september 2022 is besloten om deze verruiming jaarlijks af te bouwen. Vanaf 2026 is er geen derogatie meer voor Nederland en mag er nog slechts 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare worden uitgereden. Naar aanleiding hiervan hebben de Partij voor de Dieren en LijstPormes de volgende vragen aan het College van GS.
- Welk beleid heeft het College sinds september 2022 geïmplementeerd als reactie hierop?
- Kunt u een overzicht geven van de beleidsmaatregelen die u heeft genomen?
- Bent u op de hoogte van de maatregelen die de agrarische sector in Drenthe sindsdien heeft genomen? Wat zijn de resultaten hiervan tot en met 2023?
- Wat zijn de mogelijke gevolgen voor de landbouw en natuur in Drenthe als de gestelde doelen niet worden behaald door de afbouw? En welke rol ziet het College voor zichzelf hierin?
Namens de fracties van Partij voor de Dieren en LijstPormes,
Siska Peeks (Partij voor de Dieren)
Sam Pormes (LijstPormes)"