De fracties van CDA en VVD hebben vragen gesteld over de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland (Natuurbeschermingswet).
"Op 22 juni verscheen een persbericht van LTO Nederland waarin onder meer werd gesteld dat de uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland mogelijk leidt tot een nog verdergaande impact van de natuurbeschermingswetgeving. LTO Nederland reageerde op de uitspraak van de Rechtbank Noord Nederland dat een natuurvergunning vereist is voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen en het gebruik van grondwater in de buurt van een beschermd natuurgebied. Citaat uit het persbericht "Als de rechterlijke redenering wordt gevolgd dan vereist praktisch elke economische handeling een stapel rapporten en een vergunning. LTO Nederland waarschuwt voor een nieuwe juridische fuik." Ook wordt gesteld in dat bericht van LTO Nederland dat de uitspraak van de Rechtbank Noord Nederland van het voorzorgsprincipe het verlammingsprincipe maakt en onuitvoerbaar is.
De fracties van het CDA en VVD hebben daarom de volgende vragen:
- Bent u bekend met het artikel 'Rechterlijke uitspraak maakt van natuurvoorzorgsprincipe het verlammingsprincipe'?
- Wat zijn volgens u de potentiële gevolgen van de uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland op de natuurbeschermingswetgeving in Nederland en Drenthe in het bijzonder?
- Deelt u de mening van LTO Nederland dat met deze uitspraak een interpretatie van het voorzorgsprincipe ligt die volstrekt onuitvoerbaar is en dat als deze rechterlijke redenering wordt gevolgd er straks voor vrijwel elke economische handeling een stapel rapporten en een vergunning nodig is?
- Klopt het dat toelating door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) betekent dat een gewasbeschermingsmiddel veilig is voor het milieu, inclusief het gebruik van een middel nabij een Natura 2000 gebied?
- Is de provincie voornemens tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord Nederland in beroep te gaan?