De fractie van BBB heeft op 9 oktober vragen gesteld over zorgen vanuit dierhouders over het Blauwtong virus in relatie met het Drentse natuurbeleid.
"Met zorgen hebben wij de afgelopen periode de nieuwsberichten gevolgd met betrekking tot het blauwtong virus. In Drenthe bleef het nog relatief rustig, totdat ook hier nu de eerste berichten van verschijnselen van blauwtong geconstateerd zijn bij schapen en koeien. Zie de eerste nieuwsberichten: Het blauwtongvirus rukt ook in Drenthe op, de helft van de schapen sterft eraan. Boer Bart uit Meppel is al zes schapen kwijt - Dagblad van het Noorden.
De knut, een insect dat familie is van de mug en graag leeft in zeer vochtige omstandigheden, is de verspreider van het blauwtong virus verspreid. De knut is gebaat bij temperaturen rond de 20 graden en verblijft op vochtige plekken in de natuur. De natuurgebieden in Drenthe hebben veelal te maken met keileem. Deze houdt water vast en maakt dat we te maken hebben met nate natuurgebieden. Daarnaast is ons Drentse natuurbeleid erop gericht om water vast te houden om verdroging te voorkomen, dat maakt dat de knut zich kan voortplanten. Ook het hermeanderen waarbij grote 'moerasachtige' gebieden ontstaan maken het voor de knut zeer aangenaam om hier te vertoeven. Tot op heden blijft een afdoende vaccin niet aanwezig waardoor er onaangename situaties ontstaan voor de samenleving. Voor ons als BBB is dit aanleiding voor de volgende vragen
- Is GS op de hoogte van de zorgen van boeren en hobbydierhouders in de regio over de toename van het aantal blauwtong uitbraken in relatie tot het Drentse natuurbeleid? Op dit moment is het blauwtong, maar ook de tijgermug en het WestNijl-virus komen steeds dichterbij. Kan GS aangeven wat zij eraan doet om ervoor te zorgen dat het natuurbeleid niet deze vervelende gevolgen met zich meebrengt en het gebied leefbaar blijft voor mens en dier?
- Hoe beoordeelt GS de claim dat de transformatie van natuur naar nat grasland en moeras leidt tot een verhoogd risico op infecties bij vee, door toename in de populatie van knuten?
- Hoe verhoudt het huidige beleid tot de belangen en het welzijn van de lokale bevolking en specifiek de agrarische sector? Kan GS uitleggen hoe de ambitie om meer nate natuurgebieden te creëren realistisch te noemen is wanneer de negatieve gevolgen hiervan zich uiten in onder andere nieuwe (dier)ziekten en infecties veroorzaakt door insecten die hiervan oudsher niet in die aantallen aanwezig waren?
- Is GS bereid om een onderzoek in te stellen naar de mogelijke relatie tussen het Drentse natuurbeleid en het welzijn van landbouw- en hobbydieren in de betreffende regio?
- Welke maatregelen is GS bereid te nemen om de problemen die ontstaan als gevolg van veranderende natuur door provinciaal beleid met de landbouw- en hobbydierhouders aan te pakken?
- Gezien bovenstaande zorgen en gevolgen, Is GS bereid om, met inachtneming van de wetelijke kaders, het natuurbeleid te heroverwegen om te zoeken naar een balans tussen natuurbehoud en de belangen van mens en dier in het buitengebied, en hierbij betrokken landbouwers, burgers en andere stakeholders actief te betrekken?
Namens de fractie van BBB,
W.G. Bolhuis-van Unen en
W. Vossebeld."