Op 24 februari zijn vragen van Partij voor de Dieren binnengekomen over uitsluiting duurzame initiatieven in POP3 subsidieregeling.
"De ´Uitvoeringsregeling POP3 Subsidies Drenthe´ regelt POP3-subsidieverstrekking in de provincie Drenthe. Hoewel de POP3-subsidies onder andere duurzaamheid en innovatie zouden moeten versterken, zijn er problematische aspecten die niet stroken met provinciale en nationaleambities op het gebied van onder andere duurzaamheid, eiwittransitie en kringlooplandbouw. Een voorbeeld is de uitsluiting van subsidie voor duurzame, plantaardige alternatieven voor melk en zuivelproducten. In de uitvoeringsregeling is de volgende bepaling opgenomen: Artikel 1.13, lid 1g subsidie wordt in ieder geval niet verstrekt voor kosten voor de vervaardiging van producten die melk of zuivelproducten imiteren of vervangen
De fractie van de Partij voor de Dieren heeft over deze bepaling een aantal vragen aan GS. Het doel van het POP3 onderdeel ´Jonge Landbouwers´ is om jonge landbouwers te ondersteunen om te investeren in de verduurzaming van hun bedrijven, wat onder andere zou leiden tot verbetering van het milieu, klimaatbestendigheid, dierenwelzijn, volks- en diergezondheid, landschap, ruimtelijke kwaliteit of biodiversiteit.
- Erkent u dat artikel 1.13, lid 1g jonge, innovatieve landbouwers die aan de slag willen gaan met duurzame alternatieven voor dierlijke melk en zuivelproducten onnodig uitsluit van POP3-subsidie en daarmee een rem vormt op onder andere verduurzaming, innovatiekracht en ondernemerschap? Zo nee, hoe rechtvaardigt u dan deze uitsluiting van boeren die bijdragen aan provinciale duurzaamheidsambities?
- Is u bekend hoe artikel 1.13 lid 1g in de POP3-regeling gekomen?
- Gezien de voordelen van plantaardige melk op het gebied van dierenwelzijn en duurzaamheid: erkent u dat het wenselijk is om ontwikkelingen van plantaardige melk en zuivelproducten te stimuleren?
- Bent u bereid om via het IPO en/of het Rijk in overleg te treden en te onderzoeken hoe achterhaalde en discriminerende voorwaarden zoals in artikel 1.13 lid 1g kunnen worden geschrapt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
- Bent u bereid aanvragers die te maken krijgen met een afwijzing alleen op basis van POP3 artikel 1.13, lid 1g alsnog financieel tegemoet te komen, wanneer hun aanvraag aan alle verdere criteria voldoet?
- Welke concrete prioriteiten, accenten en selectiecriteria hanteert Drenthe bij openstelling van POP3 subsidies? Waarom juist deze, en door wie en hoe zijn ze precies bepaald? Hoe zijn PS hierbij betrokken geweest?
Terwijl de provincies en het Rijk willen inzetten op meer regionale, duurzame kringlooplandbouw en eiwittransitie, creëren EU-subsidies prikkels die daar tegenin gaan. Zo laten onderzoeken zien dat Europese landbouwsubsidies vooral natuurverlies in stand houdt en dat voornamelijk gangbare en intensieve (melk)veehouderijen van die subsidies profiteren. Volgens het ministerie van LNV gaat rond 70% van de EU-subsidies naar de teelt van gewassen voor dierlijke consumptie, terwijl het efficiënter en duurzamer is om in te zetten op teelt van plantaardige eiwitten voor menselijke consumptie (granen, nedersoja, etc.). Tegelijkertijd worden echter miljoenen euro's beschikbaar gesteld om de consumptie van dierlijke producten te promoten. Het GLB wordt herzien. In Nederland wordt er nu gewerkt aan een Nationaal Strategisch Plan (NSP), waarin wordt uitgewerkt hoe de nieuwe GLB-verordeningen van EU zullen worden ingevuld in Nederland. Het NSP omvat alle bestaande GLB-regelingen, waaronder ook subsidies voor plattelandsontwikkeling (nu dus nog apart belegd onder het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP). Het NSP biedt kansen om bovengeschetste perverse prikkels uit het subsidiesysteem te halen of te corrigeren.
- Wat gaan GS doen om te voorkomen dat discriminerende uitsluiting van landbouwers zoals nu door artikel 1.13, lid 1g gebeurt, niet terugkomen in de NSP?
- Wat vindt u van het feit dat er miljoenen euro's aan belastinggeld via Europese subsidies naar promotie van consumptie van dierlijke producten gaat, terwijl de Nederlandse overheid en wetenschappers zeggen dat we juist minder dierlijke eiwitten zouden moeten produceren? Erkent u dat zulke subsidies de plantaardige ontwikkelingen op de vrije markt en de nodige transities richting meer plantaardige, duurzame kringlooplandbouw kunnen verstoren, belemmeren en vertragen?
- Zijn GS bereid om deze herzieningen van GLB en de uitwerking binnen NSP aan te grijpen om zich sterk te maken voor echt duurzame invulling van Europese subsidiemogelijkheden, met bijvoorbeeld zoveel mogelijk nadruk op eiwittransitie en duurzame, natuurinclusieve kringlooplandbouw binnen NSP?
Thea Potharst
Statenlid Partij voor de Dieren Drenthe"