Op 21 april heeft de Partij voor de Dieren vragen gesteld met betrekking tot melkveehouderij 't Nije Hoff te Emmen.
"Het in aanbouw zijnde nieuwe melkveebedrijf ´t Nije Hoff in Emmen heeft in maart 2020 het bedrijfsplan aangepast van 60 koeien en 30 stuks jongvee naar 10 melkkoeien. De provincie Drenthe heeft bekendgemaakt dat er nu geen vergunning voor de Wet natuurbescherming (Wnb) meer nodig is. Dit betekent dat de initiatiefnemers toch door kunnen gaan met de bouw van de stal. Deze bouwactiviteiten waren op 16 februari jongstleden door de rechter stilgelegd omdat deze vond dat de door de provincie opgelegde dwangsom ook geldt voor de bouw zelf, en niet alleen voor de ingebruikname van de stal. Volgens de Partij voor de Dieren hebben de initiatiefnemers een juridische truc toegepast om onder de natuurvergunning uit te komen om zo toch verder te kunnen gaan met de bouw van de stal. De initiatiefnemers geven in de media duidelijk aan uiteindelijk toch door te willen groeien naar 60 koeien. In een begeleidend schrijven bij nieuwe Wnb aanvraag, geven de initiatiefnemers aan dat ze in afwachting zijn van de legalisering van meldingen die onder de PAS zijn gedaan.
De Partij voor de Dieren wil graag weten waarom Gedeputeerde Staten (GS) meewerken aan deze juridische truc. Daarom hebben wij de volgende vragen aan GS:
- Is door GS in het besluit meegewogen dat ook de andere aspecten van dit initiatief tot een toename van de stikstofdepositie (van samen meer dan 0,00 mol/ha/jaar) zullen leiden (zoals het jongvee, de bouwactiviteiten, de kaasmakerij en toename van verkeer voor het theehuis en de educatieruimte)? Zo nee, waarom niet?
- Zijn er alternatieve besluiten door GS overwogen? En zo ja, welke weging is toegepast bij de beoordeling van deze alternatieven?
- Vindt het college van GS het aannemelijk dat een melkveehouderij met 10 melkkoeien een levensvatbaar verdienmodel heeft? Zo ja, waarom?
- De bouwvergunning voor de stal gaat (nog steeds) uit van 60 melkkoeien. Hoe kan het dat de bouwvergunning en het besluit van GS niet met elkaar in overeenstemming zijn?
- Hoe groot achten GS de kans dat het melkveebedrijf kan gaan doorgroeien naar 60 melkkoeien? En hoe groot acht het college van GS de kans dan dat hiervoor een juridisch houdbare Wnb-vergunning kan worden afgegeven?
- Is GS niet bang om, als de stal er eenmaal staat, voor een voldongen feit te worden geplaatst? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom?
- Vinden Gedeputeerde Staten het wenselijk dat er in Emmen een groot gebouw verrijst (in eerste instantie bedoeld voor 70 melkkoeien met 60 stuks jongvee), nabij een natuurgebied én de woonwijken Bargeres en Delftlanden, waarbij de kans aanwezig is dat deze (grotendeels) voor niet-landbouw gerelateerde zaken wordt gebruikt, zoals bijvoorbeeld voor een caravanstalling, waarbij dan dus een grote inbreuk op het landschappelijk aangezicht heeft plaatsgevonden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom?
- Vinden GS het achteraf (met de stikstof-crisis in gedachten) terecht dat zij voor dit plan de Staten hebben verzocht om de WAV-kaart (die het natuurgebied beschermt) zodanig aan te passen dat het natuurgebied minder bescherming geniet? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom?
- Vindt het college van GS het überhaupt wenselijk dat er op deze plek een nieuwe veestal wordt gebouwd, terwijl de stikstof-uitstoot omlaag moet, en we nog geen gebiedsgerichte aanpak hebben voor het Bargerveen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom?
Thea Potharst
Statenlid Partij voor de Dieren Drenthe"