Op 18 december heeft de fractie van de Partij voor de Dieren vragen gesteld over chemische bestrijdingsmiddelen en sierteelt.
"Op 4 december hebben we in de Statencommissie Omgevingsbeleid gesproken over het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen door bollen- en lelietelers in Drenthe. Tijdens deze vergadering heeft de Partij voor de Dieren (meermaals) aan de Gedeputeerde Staten een aantal vragen gesteld, waar helaas tijdens de vergadering geen antwoord op gekomen is. De Partij voor de Dieren hecht er grote waarde aan dat we de mening kennen van GS over belangrijke zaken die Drenthe en haar inwoners aangaan. Hierbij stellen we de vragen daarom schriftelijk.
De bestrijdingsmiddelen blijken uit onderzoek terecht te komen in de tuin, het huisstof en de lichamen van omwonenden.
- Is GS met de PvdD van mening dat omwonenden (van gronden waar intensieve sierteelt plaatsvindt) recht hebben op een gifvrij erf en huis?
De chemische bestrijdingsmiddelen kunnen ook terechtkomen op gewassen van aangrenzende landbouwers.
- Wat de mening van GS over de gevolgen van het verspreiden van chemische bestrijdingsmiddelen naar percelen van gecertificeerde landbouwers, die daardoor mogelijk hun certificering kwijtraken met als gevolg grote financiële schade?
Een van de insprekers (de heer Nijland) heeft tijdens de commissievergadering gesproken over de manier waarop bollen gerooid worden, waarbij een deel van de bovenlaag van de bodemwordt meegenomen. Hij noemde hierbij archeologische schade.
- Is GS bekend met deze wijze van oogsten?
- Wat is de mening van GS over de mogelijkheid dat door dit gebruik het verdrag van Malta wordt geschonden?
namens de fractie van de Partij voor de Dieren,
Thea Potharst"