In de Statenvergadering van 12 februari is motie 2025-1 van de fractie van PVV over verzoek haast maken aan de Ministriële Commissie Stikstof aangenomen.
Constaterende dat:
- De juridische uitspraken van de Raad van State m.b.t. vergunningverleningen uitgaan van een uitkomstwaarde vanuit doorrekening door het Aerius-programma met een maximum depositie onder de 0,005 mol/ha./jaar als eis Dat fysisch wetenschappelijk de meetnauwkeurigheid voor dit programma is berekend op tussen de 1 en L0 mol/ha.fiaar en dat deze juridische eis zodoende qua geëiste waarde betekenisloos is.
Overwegende dat:
- De huidige toepassing van het Aerius-programma bij beoordeling van vergunningaanvragen geen realistische beoordeling geeft omdat het juridisch geëiste maximum tenminste een factor 200 lager ligt dan de fiTsische meetnauwkeurigheid hetgeen betekenisloos te achten is
- Dat de Nederlandse rechters momenteel een willekeurig vastgestelde grenswaarde hanteren die bepaald is door het type getal dat het Aerius-programma intern gebruikt (n.1. een getal in 2 decimalen) en dat een hogere grenswaarde voor stikstofdepositie normaal is in andere Europese landen zoals b.v. Duitsland en Denemarken
Verzoeken Gedeputeerde Staten van Drenthe om:
aan te dringen bij de Ministeriële Commissie Stikstof 'Economie en Natuurherstel' om haast te maken met opheffen van of het aanpassen van de huidige regelgeving op het gebied van Stikstofdepositie en aangepaste en/of nieuwe wet en regelgeving, voor zover nodig beter aan te laten te laten sluiten bij de realiteit: dat de staat van de Natuur en modelmatig berekende Stikstofdepositie zich niet een op een verhouden. En te verzoeken om voor de eventueel te hanteren ondergrenswaarde voor gewijz¡gd Stikstofbeleid deze aan te laten sluiten bij de range van gehanteerde grenswaardes in de ons omliggende EU-landen alsmede om een werkbaar en juridisch houdbaar alternatief voor Aerius te gaan hanteren.