In de Statenvergadering van 13 november is motie 2024-53 aangenomen van ChristenUnie, BBB, D66, PvdA, JA21, GroenLinks, Volt, SP, Partij voor de Dieren en CDA.
Constaterende dat:
- Het kabinet voorlopig geen verdere verkenning gaat doen naar de aanleg van de Nedersaksenlijn en Lelylijn;
- In zowel het hoofdlijnenakkoord van de vier landelijke coalitiepartijen als het regeerprogramma van kabinet-Schoof gesproken wordt over de Nederdaksen- en Lelylijn;
- Zowel voor het kabinet als de coalitiepartijen de regio erg belangrijk is, en de conclusies uit het rapport Elke regio telt een belangrijke plek in het regeerprogramma hebben;
- De provincies Drenthe, Friensland, Groningen, Overijssel en Flevoland begin oktober tijdens het Deltaplancongres in Meppel bekend hebben gemaakt gezamenlijk 15 miljoen euro beschikbaar te stellen om de volgende stap naar de MIRT-verkenning te kunnen maken;
- Maandag 25 november de Tweede Kamercommissie Infrastructuur en Waterstaat debatteert over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT);
- De Nedersaksenlijn bijdraagt aan het verbeteren van de bereikbaarheid in het gebied tussen Groningen en Enschede om daarmee de regio's beter te ontsluiten en de brede welvaart in het omliggende gebied structureel te vergroten;
- De Lelylijn zorgt voor meer economische diversiteit en toekomstbestendigheid in het Noorden, het Noorden steviger onderling en met de rest van Nederland verbindt, de brede welvaart in Noord-nederland doet toenemen, en de mogelijkheden van duurzame mibiliteit vergroot;
Overwegende dat:
- Een robuuste spoorverbinding tussen Noord- en Oost-Nederland zelf, als ook tussen het Noorden en de rest van Nederland van belang is voor een bloeiend landsdeel;
- Het stappen blijven zetten nodig is om de realisatie van de Nedersaksen- en Lelylijn stap voor stap dichterbij te krijgen;
Spreekt uit dat:
- Het van grootste belang is dat het kabinet nu doorpakt met de plannen voor de Nedersaksenlijn en Lelylijn;
Verzoekt het college om:
- Zich samen met de collega bestuurders in Noord-Nederland volop in te blijven zetten op het verder brengen van de Nedersaksenlijn en Lelylijn;
- Het ongenoegen van Provinciale Staten op korte termijn, maar uiterlijk 22 november, kenbaar te maken aan de Staatssecretaris en Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de Staatssecretaris Herstel Groningen, de fracties in de Eerste Kamer en de fracties in de Tweede Kamer;
Deze motie is aangenomen met 38 stemmen voor en 3 stemmen tegen en met een stemverklaring van Sterk Lokaal Drenthe